Categorie:Modulen

==De Werkgroep Spoor Nul Modulen Eind 1988 formeerde zich een kleine groep enthousiastelingen met interesse in spoor Nul met als eerste coördinator Jaap Dekker, toenmalig redacteur bij het tijdschrift Rail Hobby. Zij waren geïnspireerd door de eerdere module introducties voor de schalen N en HO in Rail Hobby en zijn de Werkgroep gestart na het verschijnen van een artikel over modules in schaal nul in hetzelfde tijdschrift (Rail Hobby, jaargang 1988, nummer 10, pagina 28 tot en met 30, geschreven door Paul Kleyer). In hetzelfde nummer staat op pagina 37 tot en met 39 nog een artikel over Schaal Nul geschreven door de binnen de Werkgroep en de Stichting welbekende Jan den Haan. In het bewuste artikel werden de eerste eindprofielen getoond die FREMO had ontwikkeld, namelijk het Flach-profiel (F) en het Landschaft-profiel (L). In Nederland ging men onder de naam Werkgroep Spoor Nul Modules aan de slag. In november 1988 had men al een eerste module gerealiseerd. Deze module die door Jaap Dekker en Henk Penterman gebouwd was, werd op de Railhobby Open Dag van 1988 tentoongesteld. Op deze module waren de rails zelf gelegd. De dwarsliggers waren van beukenhout en de rails kwamen bij Peco vandaan. Door het gekozen dwarsliggermateriaal, moest er in de dwarsliggers voor elke spijker een gaatje geboord worden.

Al snel ontstond het idee om een landschapsprofiel te introduceren met een typisch Nederlands karakter. De eerste kopschotten volgens dit profiel werden begin 1989 gemaakt door Alexander McLeod. De definitieve versie van dit profiel werd later uiteindelijk binnen FREMO het Dijk-profiel (D). Naast het onderzoeken van de mogelijkheden van een nieuw eindprofiel werd er tevens onderzocht of het mogelijk was om te werken met overgangsbogen, verkanting etc. Tevens werd onderzocht wat de mogelijkheden waren met betrekking tot achtergrondplaten. Halverwege 1989 kwam de firma Modelbouw Rijnmond uit Rotterdam (waarvan de eigenaar ook lid was van de werkgroep) met het eerste Nederlandse handelsmodel uit in Schaal Nul, namelijk een vier-assige locomotief van de Haagsche Tramweg Maatschappij, met het uiterlijk van een krokodil. Van deze exemplaren is er wel eens één gesignaleerd op de Landelijke Spoor Nul dagen te Zutphen.

In 1989 werd wederom deel genomen aan de Rail Hobby open dag in Baarn, waar 7 modules stonden opgesteld, met in totaal 10 meter rijlengte. Daar werden de eerste contacten gelegd met de FREMO organisatie. Tevens werd een uitnodiging ontvangen om mee te doen aan Rail 90 in ’s Hertogenbosch. Enkele maanden daarvoor waren ook al de eerste contacten gelegd met de heer Dijkshoorn, de Schaal Nul coördinator van de NVM (Nederlandse Vereniging van Modelbouwers). Rond oktober 1989 heeft de heer Dijkshoorn zijn eerste Spoor 0 Groep nieuwsbrief binnen de NVM verstuurd. De NVM beschikte rond die tijd ook al over een testbaan, bestaande uit een dubbelspoor ovaal, voorzien van een twee rail spoor en een drie rail spoor, echter zonder scenery, globaal gebaseerd op NEM normen, maar ook geschikt voor het rijden met Vellekoop materieel (wat in de schaalverhouding 1:40 is gebouwd).

De discussie over de te hanteren schaal (1:45 of 1:43,5) is eind 1989 ook reeds kortgesloten in een briefwisseling tussen Jaap Dekker en Flip Friskorn (Philotrain). In tegenstelling tot Duitsland zijn er in Nederland dan ook nooit meer heftige discussies omtrent dit onderwerp opgetreden. Beide verhoudingen worden gehanteerd, waarbij de keuze vrij wordt gelaten, zolang maar voldaan wordt aan de in dit handboek opgenomen aanbevelingen.